De zaterdagmorgen van de familie Mus

De zaterdagmorgen van de Familie Mus

Mist trekt langzaam het uitzicht dicht. Het versterkt het contrast tussen de tuin en de verdwijnende wereld achter de tuinmuur. De tuin wordt een theater. Het toneel wordt bevolkt door een troep mussen, wat mesen en een enkel roodborstje. In het midden staan drie bomen op een rij, platanen. De takken vormen een dak wat in de zomer een aangenaam scherm vormt voor de ervoor liggende serre.  Er hangen drie containers met mesen ballen, drie metalen kooitjes met een kunststof dakje. Aan de middelste boom Floor’s vogelhuisje waaraan een string van pinda’s hangt, onbeweeglijk in de niet aanwezige wind. Links en rechts hangen pindakaas potjes. De coulissen worden gevormd door links een heg en aan de andere zijde een grote struik. Voilá het domein van de familie Mus en partners. Er zijn er nu ongeveer een stuk of twintig. Naast de genoemde mesen en roodborstjes worden ze tegenwoordig ook vergezeld door twee merels. Ik probeer een systeem te ontdekken in de volgorde van eten. Is er een onzichtbare hiërarchie? Zou er één de taak hebben om te waarschuwen? Dat moet haast wel als je de gecoördineerde acties van aanvliegen en plotseling vertrek ziet. Er is blijkbaar een waarschuwing voor gevaar. Een stil alarm althans voor het menselijk oor. Zonder geluid te maken, zonder iPhones, zonder oordopjes, zonder social media arriveren ze gezamenlijk als een gecoördineerde groep. Er is een achtergrondkoortje wat de tuinmuur bezet. De rest bevindt zich in eerste instantie in de coulissen en bevolken zo de heg en de struik. De eerste waaghals begint al hangend aan het gaas van de metalen containertje te pikken aan de vetbollen. Al snel gevolgd door meer. Er hangen nu drie tot vier vogeltjes aan de containers, smullend van het vet en zaad. Er zitten er twee in het huisje, snoepend van het losse vogelzaad. Sommige zijn minder acrobatisch en pikken het voedsel tussen het witte grind waarmee de grond tussen de platanen is bedekt. En dan klinkt er een onhoorbaar signaal waarbij alles verdwijnt tussen de coulissen. Vlucht in heg en struik om vervolgens schoorvoetend het voedseltoneel weer te bevolken. Een wat zenuwachtige manier van consumeren dunkt me. Is er een vorm van communicatie en hoe dan? Voor zo ver ik kan zien is het niet iedere keer dezelfde mus die als eerste weer aanvalt. Beschikt de troep over een aantal ware durfals? Of zijn het beestjes waar de honger het wint van de angst? Is er een die de stilzwijgende taak heeft om de omgeving in de gaten te houden en de troep te alarmeren?

   Het is zaterdagmorgen en ik kijk steeds weer met verwondering naar het mussen-fenomeen. Voor de familie Mus is het geen zaterdag maar een morgen als elke. Koffie! R drukt op de knop van de koffie machine en ik hoor de vertrouwde geluiden van het spoelen waarmee ieder keer het machinale proces van koffie zetten begint. Plots realiseer ik me een andere tekortkoming van deze moderne koffiemachines. Ze zijn uiterst handig, daar niet van. Maar wie degene is die de software heeft ontworpen moet een theedrinker zijn geweest. Was het niet mogelijk ondanks de aanwezigheid van tal van sensoren, een wat gebruikersvriendelijker apparaat te ontwerpen waarbij van te voren wordt medegedeeld wanneer, lekbak, afvalbak, bonen- en watercontainer moet worden geleegd danwel gevuld? Zodat je de gewenste taken tegelijkertijd kunt uitvoeren en niet na elkaar? Zodat je niet na elk kopje weer een andere taak moet uitvoeren om de volgende kop te maken? Met als gevolg dat de eerste kop koud is als je de laatste nog moet maken? Irriterend en frustrerend! Maar naast deze  basale irritatie, realiseer ik me nu plotseling; er is nog een groot nadeel aan die moderne manier van koffie zetten; ik mis de geur van vers gezette koffie! Van alle gemakken voorzien, ontbreekt die ouderwetse zaterdagmorgen ervaring; de geur van verse koffie! De geur die vroeger vrijkwam als het hete waterstraaltje de gemalen koffie in de Melitta filter bereikte en bevochtigde. Langzaam druppelde het zwarte vocht in de glazen pot op het glimmende warmhoudplaatje. Het duurde een stuk langer dan nu, maar wie maalde daarom? De vochtige koffiedrab in het zakje verspreidde die aangename geur. De geur van rust, de geur van nostalgie, de geur van het weekend. Heel in de verte klinkt onhoorbaar het pianoriedeltje van Douwe Egberts. Net zo onhoorbaar maar duidelijk als het waarschuwingssignaal van de familie Mus. Vetbollen en koffie. En dan trekt langzaam de mist weer weg.